De ramadan, de traditionele islamitische vastenmaand, is in volle gang. Slapjes, wat eerder naar huis, vrije dagen opnemen, of een paar keer per dag naar de gebedsruimte? Moeten werkgevers tegemoet komen aan de wensen van hun Islamitische medewerkers? En zo ja; hoe dan?
Harde rechten zijn er niet tijdens de ramadan, zegt arbeidsrechtadvocaat Maarten van Gelderen tegen nu.nl. Als werkgever rekening houden met de geloofsovertuiging, oftewel goed werkgeverschap, moet het streven van elke werkgever zijn. Een werknemer die besluit een maand lang overdag niet te eten en te drinken; daar heeft een werkgever eigenlijk niet zoveel mee te maken, zegt Van Gelderen. „De kans op welwillendheid is het grootst als je je redelijk opstelt en vraagt waar jij behoefte aan hebt. Een extra pauze, eerder beginnen of een vrije dag opnemen; gewoon vragen werkt beter dan met een vuist op tafel je op allerlei rechten beroepen."
Het wordt een ander verhaal als iemand niet functioneert, of aan de lopende band naar de gebedsruimte verdwijnt, zegt de advocaat. „Het uitgangspunt is dat het werk gewoon wordt gedaan en dat collega's niet worden belemmerd. De ramadan leidt voor zover ik weet zelden tot conflicten. Iemand eet en drinkt niet, dat is alles." Toch zijn er wel degelijk voorwaarden die in acht genomen dienen te worden, stelt RADAR, adviesbureau voor gelijke behandeling en discriminatie. De werkgever mag voorwaarden stellen met betrekking tot de geloofsbeleving op het werk. Zo'n voorwaarde is bijvoorbeeld van de werknemer eisen dat hij of zij alleen in de pauzes bidt. De werkgever is niet verplicht een gebeds- of stilteruimte in te richten. De werkgever mag het opnemen van een vrije dag in verband met een religieuze feestdag niet zomaar weigeren; dat mag alleen als hiervoor een aantoonbare goede reden is en zo'n vrije dag tot ernstige problemen leidt. Om conflicten te vermijden, is het opstellen van een gedragscode aan te raden. Zo weet iedereen waar hij of zij aan toe is.